Boerenhofstee “De Teunishof” te Rhoon

HomeHofsteeHistorie 17e eeuwHistorie 18e eeuwHistorie 19e eeuwHistorie 20e en 21e eeuwRijksmonument


1710 – 1716

Na het overlijden van Pleuntje zijn er meerdere ooms, tantes en voogden van de kinderen van Symon en Pleuntje die zich met de boedel bemoeien. Met name Jan en Jacob de Raadt verwerven in deze tijd 2/3 part van de boedel .

In 1711 is er een inventaris van de nagelaten boedel ten behoeve van Ary Huijsman, in huwelijk hebbende Barbera Symons Hoogwerf, voogd over de minderjarige kinderen van Maartje Symons Hoogwerf, alles volgens Matheus Hoogwerf, mede erfgenaam. 1e huijs, erf met berg en keet aan de Rijsdijk. Belent oost, noord en zuid deselve dijk, west de weij van Pleuntje Herberts, met nog 9 gemeten saay en weijland in de polder Jaagin. Tevens 3 paarden, 9 koeien, 2 hokkelingen, 5 kalven, 2 varkens, 2 wagens, 2 eggen, 1 ploeg en 1 slickslee.

Op 4 mei 1711 verkoopt Matheus Symonsz. Hoogwerf en Ary Huijsman gehuwd met Barbera Hoogwerf aan Jan en Jacob de Raadt, wonende onder ’s Gravenambacht, 2/3 gedeelte in een huijs, erf, keet en berg met 9 gemeten 120 roe land, gelegen aan de Rijsdijk in het Binnenland van Rhoon in de polder Jaagin. Belent ten oosten de Rijsdijk, west het Lage of Groenendijkje, zuid de weduwe Coorneefs kinderen en Staats Jan van Gelder, nu Jan de Werker,voor f 2133,-.

In 1713 verwerft Jan de Raadt, bij een separatie van hun bournering, van Jacob de Raadt zijn deel bestaande uit huijs en erve  mitsgaders schuijr, berg en keeten, boomgaard en plantagie gelegen aan de Rijsdijk.

5 maart 1713 compareerde voor notaris Johannes van Neck te Poortgaal, Jan de Raadt wonende  te ’s Gravenambacht en Jacob de Raadt wonende onder Rhoon en Matheus Hoogwerf en Jan Staats van Gelder in qualiteit als voogden over de minderjarige kinderen van Maartje Hoogwerf, geprocureerd bij Cornelis Roobol. Welke Maartje Hoogwerf  de zuster was van Matheus en Barbera Hoogwerf, cavelen de navolgende goederen : Huijs, schuijr, bergh en keet staande en gelegen aan de Rijsdijk onder Rhoon, met 5 gemeten 82 roe weijland of boomgaard. Het erf waar het huijs op staat belast met 1 gulden 16 stuijver sjaar capoengeld aan de heer van Roden. Belent oost  s’Heerendijk, west de kinderen Marya Koyer, zuid de kinderen Roobol en noord de kerkarmen. Tevens nog 4 gemeten 63 roe weij en saayland en nog omtrent drie gemeten 75 roe klaverland, ter waarde van 4400 carolus gulden. De eerste twee comparanten aanbedeeld 2/3 part in het voorsegde huijs, schuijr, bergh en keet aan de Rijsdijk, met 5 hond 82 roe weijland of boomgaard ende 4 gemeten 63 roe weij als saayland. De comparant ten tweede voor haar derde part 75 roe saayland. Matheus Hoogwerf overlijdt op 7 april 1720 in Rhoon.

5 maart 1713 verschenen voor notaris Johannes van Neck te Poortgaal, Jan de Raadt en Jacob de Raadt. Zij geven te kennen hun bouwnering te willen separeren. Aan Jan de Raadt wordt aanbedeeld huijs en erve mitsgaders schuijr berg en keeten, boomgaard en plantagie gelegen aan de Rijsdijk. Belent ten oosten s’Heerendijk, west de kinderen Marya Koyer, ten suijden de kinderen Roobol en noord de kerkarmen en 5 gemeten 82 roe weij als boomgaard, nog 3 gemeten 63 roe weij als saayland in ’t Binnenland van Rhoon, 5 ½ gemet klaverland en nog 3 gemet 94 roe klaverland  ter waarde van 4400 carolus gulden. 11 paarden 700 gulden, 16 koeien, 800 gulden, 6 tweejarige vaarzen 200 gulden, 4 vare koeien 180 gulden, 15 hokkelingen, 17 schapen, 3 varkens 300 gulden, 9 koebeesten tegen meij twee jaar oud 180 gulden. Tevens alle meubelen, linnen, alle molcke en bouw- gereedschappen. Bruicklande van msr. Jan Bruneck als in huwelijk hebbende Hillegond Loosje en Jacob Rodenburg in huwelijk hebbende Ariaantje Loosje, 5400 carolus gulden. Jacob de Raadt wordt aanbedeeld 9 gemeten 150 roe weijland in Albrandswaart 1300 gulden, 8 gemeten 100 roe zaaijland in Albrandswaard 2000 gulden, 4 gemeten 75 roe zaayland als voren 900 gulden, 7 gemeten weijland in ‘t  Oudeland van Poortugaal 11600 gulden, en nog 750 gulden die Jan de Raadt teveel ontvangen heeft.  

 

1716

Jan Pietersz. de Raadt verkoopt 4 mei 1716 aan Hendrik Tijsse de Jong, zoon van Mathijs Huijgen de Jong  en Rachel Hendriks, huis,erf, keet en berg met 105 roe wei en boomgaard aan de Rijsdijk. Belent west de verkoper, zuid de kinderen Cornelis Roobol, noord de armen van Rhoon en het erf van Willem Wijn, voor f 538 en 14 stuiver, met een schuldbrief van 424 gulden, gereed geld 113 gulden.

 

1717

Op 14 april 1717 verkoopt Hendrik Tijsse de Jong de boerderij voor f 457 en 3 stuiver aan Jacob Bastiaansz. Barendregt, gedoopt 18 januari 1682 in Charlois, zoon van Bastiaan Pleunen en Teuntje Jacobs Blijdorp. Hij overlijdt in het najaar van 1763 te Rhoon.    

 

1763

Dochter Teuntje Jacobs Barendregt en haar man Cornelis Ariese Jongejan komen daardoor in het bezit van de boerderij. 

Teuntje Jacobs Barendregt is op 22 april 1735 in Pernis getrouwd met Cornelis Arienszn Jongejan, zoon van Ary Corneliszn Jongejan en Neeltje Cornelisdr. Rijsdijk. Zij is de halfzuster van Marijtje Cornelisdr Rijsdijk die de voorouder is van Bas van Leenen, die in 2010 met zijn vrouw Marcelle eigenaar wordt van de Teunishof.

 

1778

Op 8 mei 1778 verkoopt Cornelis Ariensz Jongejan aan  Pieter Aartszn Groenendijk, huis, schuur en erve aan de Rijsdijk. Belent noord Dirk Smit, oost en zuid de dijk, west de erve Ary Jansz. de Raadt, voor de som van f 335,--.

Pieter Aartszn Groenendijk, gedoopt 17 augustus 1738 in Rhoon, is de zoon van Aart Corneliszn Groenendijk en Teuntje Aartse Rijsdijk en ook te vinden in de stamboom van de huidige eigenaar Bas van Leenen. Hij trouwt met Nelletje de Winter, dochter van Jan Teunisz. de Winter en Neeltje Jansdr. Overweel, zij komt uit Sint Anthonypolder op 7 maart 1769 met acte van indemniteit naar Rhoon.

 

1794

Pieter Aartszn Groenendijk verkoopt 31 mei 1794 aan Jacob Lems, boerenwoning, huis, schuur en verder getimmerte met 110 roe boomgaard en 1 gemet weiland  voor f 1740,--.

Jacob Lems is gedoopt op 19 juni 1768 in Charlois, zoon van Huijbrecht Lems en Pleuntje Brugman. Hij trouwt 15 december 1793 in Rhoon met Elisabeth de Koning, gedoopt  op 7 november 1762 in Rhoon, dochter van Leendert de Koning, bouwman, en Niesje van Hoorn. Jacob Lems is 13 december 1793 met akte van indemniteit van Charlois naar Rhoon gekomen.